In Rotterdam bezocht De Jonge de projecten Little C en Fenix I.
Het bezoek van de minister stond in het teken van het beter benutten van ontwerpkracht voor de grote maatschappelijke opgaven, meldt de BNA. “De BNA-delegatie gaf hem nadrukkelijk de boodschap mee ook in zijn beleid te stimuleren dat ontwerpkracht en ontwerper aan de voorkant meerwaarde hebben, gezien de complexe opgaven voor ons allemaal”, laat de brancheorganisatie weten.
Aan de hand van Little C en Fenix I wilde de BNA de minister laten zien dat ‘stedelijke verdichting kán en met verbeelden, verbinden en vernieuwen nieuwe oplossingen mogelijk zijn’. Ook werd De Jonge vertelt dat ‘duurzaam en circulair moet en kan, ook met benutten van standaardisering en industrialisering’, aldus de brancheorganisatie,
BNA-voorzitter Jolijn Valk benadrukte verder dat ‘niet alleen de rol en positie van ontwerpers versterkt moet, maar zeker ook de waardering en faire vergoedingen bij selecties en aanbestedingen’. De Jonge antwoordde volgens de BNA positief. Hij stelde dat het belangrijk is om ‘de architect naar voren te halen’ en zei ‘benieuwd te zijn hoe’. “Het gaat om meer dan esthetiek, dat is belangrijk, maar ook om context en duurzaamheid”, aldus de minister.
Valk vindt het werkbezoek geslaagd. “We hebben laten zien dat we met alle ontwerpers en partners klaar staan voor de grote opgaven, op alle schaalniveaus. Het belang van schoonheid, diversiteit en context is mooi geïllustreerd. Wij zagen een minister die inziet dat voor woningbouw naast tempo wel degelijk kwaliteit nodig is voor duurzaam resultaat en een leefbare, betaalbare stad.”