Speelt de NOVI een rol in het leven van Allard Castelein? “Uiteraard. Ik denk aan de nieuwe Havenvisie die we hebben ontwikkeld, met de NOVI in de hand. Samen met de overheid, de gemeente en het bedrijfsleven. We hebben de omgeving goed beschreven, de interactie met de economische bedrijvigheid, het gebruik van ruimte. En natuurlijk de energietransitie en digitalisering, die wij zien als kansen voor de haven om verbeteringen door te voeren. Daarbij hebben we naar elkaar uitgesproken wat er moet gebeuren om al die lijnen bij elkaar te brengen. Je kunt het een niet doen zonder het ander.”
Nieuw leven inblazen
Nu al gebeurt er heel veel in de haven. Castelein neemt ons mee naar een van zijn lievelingsplekken, waar de economische transitie in volle gang is. “Met een beetje fantasie kun je het nog horen: de bedrijvigheid op de RDM-scheepswerf in de Rotterdamse haven, begin vorige eeuw. Er werden schepen gerepareerd en gebouwd, vrachtschepen, tankers, onderzeeboten, passagiersschepen. De Rotterdamsche Droogdok Maatschappij heeft bijna een eeuw gefloreerd, maar redde het uiteindelijk niet. En vanaf begin jaren 2000 zijn wij samen met marktpartijen en de gemeente Rotterdam, begonnen het terrein nieuw leven in te blazen.”
De tijd vooruit
“En luister nú eens. Nu hoor en voel je de dynamiek van nieuwe bedrijvigheid, van de eindeloze energie die innovatie veroorzaakt. Een bruisend gebied met plaats voor onderwijs, labs voor onderzoek en pionierende, jonge ondernemers die werken aan innovaties als bijdrage aan een slimme haven. Er zijn exposities en evenementen. Fantastisch! RDM Campus is een havengebied ín de stad dat een nieuwe bestemming heeft gekregen en daarmee een tweede leven. Eigenlijk een NOVI-voorbeeld avant la lettre. Als je kijkt naar de economische transitie, het nieuwe gebruik van de ruimte, met respect voor het milieu, voor de mensen, voor het gebied, dan waren we onze tijd vooruit.”
NOVI-gebied
Het Rotterdamse havengebied is bestempeld als ‘voorlopig NOVI-gebied’. “Daar ben ik blij mee. Want zo wordt onderkend dat de economische omslag die we moeten maken, nauwe onderlinge interactie vraagt. En dat we ook ruimte moeten creëren voor het gebied, het milieu en voor de sociale transitie. Precies zoals we dat doen op het RDM-terrein.”