Er speelt momenteel veel in het politieke/maatschappelijke speelveld, zoals het klimaatakkoord en de grote woningbouwopgave. Hoe zie je de NOVI hierin?
“Er speelt veel, op verschillende beleidsterreinen. Enerzijds liggen veel zaken bij decentrale partijen. De verduurzaming en woningbouwopgave bijvoorbeeld liggen bij provincies en gemeentes. Toch kun je niet alles decentraal aanpakken omdat de transities zo ontzettend groot zijn. Daar moet je als Rijk mede richting in geven. Bij voorkeur integraal en bij voorkeur in samenwerking met alle overheden. De NOVI ís een integrale aanpak en een nieuwe manier voor het Rijk om richtinggevend te zijn op de fysieke inrichting van Nederland.
Ik zie de NOVI als een visie met een permanent karakter. Je moet als Rijk of departement niet de illusie hebben dat je met de NOVI een nieuwe bijbel neerlegt voor de inrichting van Nederland. Dat zou ook verwachtingen scheppen die je nooit kunt waarmaken. Uiteindelijk is de NOVI ook weer het maatschappelijk debat voeren over hoe we willen dat Nederland eruit ziet, dat doen we eigenlijk niet meer. De NOVI moet een permanent debat zijn, geen eenmalig dictaat dat je in de Tweede Kamer neerlegt.”
Er is vraag naar scherpte in de NOVI. Hoeveel scherpte kun je aanbrengen in een visie met zoveel belangen?
“Dit is een spannend onderdeel. Het maakt ook dat je beter kunt spreken van een permanente NOVI. Sommige onderwerpen zijn nu rijp om stevige uitspraken op te doen. Andere zaken moeten nog doorrijpen, daar heb je nu niet het eindoordeel over en dat is niet erg, dat komt nog wel. Als de NOVI uitkomt is bijvoorbeeld niet ineens het vraagstuk rond wonen en vliegen in de Schipholregio opgelost. Of neem de veenweidegebieden en het grondwaterpeil. Dat is heel wezenlijk voor de uniciteit en fysieke inrichting van Nederland en er is nu ook veel politieke discussie over. Hierover kun je in de NOVI richtinggevende uitspraken doen maar daarna heb je nog heel veel gesprekken over hoe het feitelijk precies moet gaan. Mag dat schuren? Mag je als kabinet zeggen ‘functie moet meer peil volgen’? Ja, dat mag. En het mag op dat moment schuren. Is er dan ook direct een concreet uitvoeringsprogramma en hebben we dat over een half jaar allemaal gedaan? Nee, dat niet.
De NOVI die we gaan uitbrengen is een visie waaraan het kabinet zich committeert en waar we verbinding zoeken met medeoverheden, bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en betrokken inwoners.”
Gaat de NOVI het verschil maken?
“Uiteindelijk is dat wat we moeten gaan meemaken. De NOVI is ook een onderlegger voor politici die zich gaan uitspreken over Nederland. Een politicus moet bijvoorbeeld kunnen zeggen ‘we gaan bouwen aan de rand van de stad, als er geen locaties binnen de stad zijn’ of ‘we gaan het peil in de veenweidegebieden verhogen en moeten nadenken over intensieve veehouderij’. Wij ambtenaren kunnen de integrale visie maken, goed met iedereen samen werken, maar de stevigheid van de NOVI krijg je door politici die zich eraan verbinden.”