“Ook al is de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) er nog niet, het is nu al belangrijk om vooruit te kijken. Ons een beeld te vormen van hoe de praktijk eruit kan zien als de NOVI er straks is. Eén van de uiteindelijke succesfactoren van de NOVI is de mate waarin en hoe overheden en andere betrokken partijen met elkaar samenwerken. Zeker bij ingewikkelde gebiedsopgaven, daar waar het echt spannend wordt. Kringlooplandbouw is een mooi voorbeeld. Daar gaat het over de relatie met natuur, biodiversiteit, water, klimaat en energie, recreatie en verstedelijking. Dan krijg je gegarandeerd te maken met botsende belangen.
Maak heldere afspraken over ieders rol en verantwoordelijkheid
Bepaalde vraagstukken in de leefomgeving zijn niet sectoraal op te lossen. Dus moet je alle partijen meenemen en samen tot nieuwe benaderingen en oplossingen komen. Dat vraagt van de Rijksoverheid een andere aanpak in de samenwerking. Het gaat om een meer horizontale verhouding, waarbij het Rijk naast en tussen regionale en lokale overheden staat, en niet erboven. Dit werken als één overheid vraagt om heldere afspraken over ieders rol en verantwoordelijkheid. Met gemeenten, provincies en waterschappen willen we daarom dit jaar een bestuursakkoord sluiten. Een kwartiermaker verkent momenteel de mogelijkheden en zal advies geven over hoe het bestuursakkoord eruit moet gaan zien. We hopen het na de zomer te kunnen sluiten; als de NOVI definitief is. Natuurlijk moet de inhoud van die definitieve NOVI staan als een huis, want zonder dat heeft een bestuursakkoord natuurlijk niet zoveel zin. De inhoud is en blijft de basis.
Bestuursakkoord cruciaal om NOVI te laten slagen
Naast die inhoudelijke basis is het bestuursakkoord in mijn ogen cruciaal om de NOVI in de praktijk te laten slagen. Bij ingewikkelde gebiedsopgaven heb je elkaar nodig. Natuurlijk heeft iedere overheid en partij eigen verantwoordelijkheden en belangen. Maar als ieder daarin blijft hangen red je het niet. In de NOVI moeten overheden elkaar op hoofdlijnen al gevonden hebben. Daar werken we nog hard aan met elkaar; geven we gezamenlijk richting. We moeten met dat uitgangspunt per gebied kijken wat juist dáár nodig is. De regionale omgevingsagenda’s die we gaan maken moeten daarbij helpen, net als het betrekken van de belanghebbende partijen. Alleen dan krijgen we een goede balans tussen wat we willen bereiken en hoe we dat samen gaan doen. Dat bepaalt het uiteindelijke succes van de NOVI. We hebben elkaar nodig, zeker bij de nieuwe vraagstukken die op Nederland afkomen.”
Foto: Valerie Kuypers