Hoe dat precies zit leest u in deze blog van Rosemarie Bastianen, programmadirecteur Eenvoudig Beter en Emiel Reiding, directeur Nationale Omgevingsvisie (NOVI).
Participatie, meedoen, betrokken worden bij beleid en beslissingen. De samenleving vraagt er al langer om en sinds de start van de stelselherziening Omgevingsrecht heeft het een enorme vlucht genomen. De aanpak is straks ook verankerd in de Omgevingswet. “De vrijblijvendheid is eraf”, vertelt Rosemarie, “Het heeft echt voordelen als je belanghebbenden en belangstellenden betrekt bij beleid, plannen en initiatieven. Mensen vinden het belangrijk om mee te kunnen denken over de inrichting van hun eigen wijk en stad. Ze willen daar invloed op hebben. Zo is het draagvlak voor een besluit over het algemeen groter als diegenen die door het besluit geraakt worden zich betrokken voelen. Participatie kweekt vaak wederzijds begrip. Natuurlijk betekent het niet per se unanieme steun. Maar als mensen aan de voorkant en tijdens een traject meedoen, hebben zij vaak minder bezwaren tegen het uiteindelijke besluit. Dat scheelt voor iedereen tijd en geld. En meestal heb je aan het einde van de rit een beter besluit.”
Hoe geeft de NOVI hier invulling aan
“De NOVI is een instrument, een manier van werken, die voortvloeit uit de Omgevingswet. De grote maatschappelijke opgaven waaraan we in de NOVI werken vereisen dat de gezamenlijke overheden als één overheid opereren, samen met bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en de inwoners van dit land. Naast diverse overleggen met verschillende departementen organiseren we bijvoorbeeld sessies en botsproeven met maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen. We toetsen dan de Ontwerp-NOVI aan de praktijk. Om het perspectief van inwoners te betrekken hebben we daar onderzoek naar laten doen en organiseerde het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving samen met onderzoeksbureau Motivaction zogenoemde ‘burgerdialogen’ in het hele land. De uitdaging is aan ons om het perspectief van inwoners zo goed mogelijk te verwerken in de visie”, zegt Emiel, “Waarbij we ons natuurlijk beseffen de NOVI niet direct raakt aan de belangen van individuele burgers. Er is dan ook veel debat onder professionals en in de regio’s. Dat merk ik onder andere tijdens events als Regio van de Toekomst en de gebiedsdialogen die wij samen met alle provincies organiseren. Het gaat er uiteindelijk ook om een concrete aanpak naar de regio te maken, een vertaalslag van de nationale visie. Dat zal gebeuren met de omgevingsagenda’s.”
“Inbreng is vaak zeer waardevol”, beaamt Rosemarie, “Denk aan de manier waarop we de Omgevingswet maken. Via Uitnodigingswetgeving waarbij de praktijk actief bijdraagt aan de uitvoerbaarheid van de wet.” “En”, sluiten ze gezamenlijk af, “gebruikmaken van elkaars expertise is toch ook gewoon leuk. Het maakt ons werk veel interessanter”.
Achtergrond: Wat regelt de Omgevingswet over participatie
Door participatie een plek in de wet te geven willen we bestuursorganen en initiatiefnemers (burgers, bedrijven, belangenorganisaties) stimuleren tot participatie. Belangrijk is het verschil dat de wet maakt tussen ‘participatie door bevoegd gezag’ en ‘participatie door initiatiefnemers’. In het eerste geval zijn daar verplichtende waarborgen voor opgenomen en in het tweede geval wordt het gestimuleerd.
Het uitgangspunt hierbij is dat niet uniform wordt vastgelegd hoe participatie plaatsvindt, maar dat participatie plaatsvindt. Het is de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag of de initiatiefnemer om hier een geschikte vorm voor te kiezen, afhankelijk van het soort project en de daarbij betrokken maatschappelijke belangen en belangen van derden.
Meer over participatie binnen de Omgevingswet
Meer over de Omgevingswet