Er komen hier verschillende opgaven uit de NOVI samen. Wat speelt er en waar schuurt het?
Erik van Hoogstraten: “De focus tijdens deze gebiedsdialoog lag op de oostkant van de stad Utrecht. Daar komen alle vier de opgaven uit de NOVI in omvang, complexiteit en urgentie samen. Utrecht is de snelst groeiende regio en stad van Nederland. Voor wat betreft de woningbouwopgave zou het raar zijn om niet meteen energieneutraal, klimaatadaptief en gezond te bouwen. Tevens is het de plek waar de drie Utrechtse toplocaties uit de Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS) en het grootste Nederlandse spoorknooppunt zijn gelegen. Verder is het een locatie die een belangrijke relatie heeft met het omringende landschap, de landschappelijke waarde is groot. Zo wordt de Nieuwe Hollandse Waterlinie voorgedragen voor UNESCO werelderfgoed."
Combinaties van functies
"Dan is er de bereikbaarheid, hoe kom je bij die nieuwe woningen en werkplekken? Je zult moeten investeren in bereikbaarheid, dat is een randvoorwaarde voor groei. Al deze opgaven komen op die paar vierkante kilometer samen. Je zult weg moeten blijven van ‘wie doet wat’ en samen moeten kijken hoe de grote opgaven in elkaar grijpen. Wat mij betreft ligt daar een uitdaging maar ook een risico. In de NOVI gaat het over het maken van combinaties van functies. Dat biedt kansen. Maar er zullen ook dilemma’s zijn. De ruimte is nu eenmaal beperkt. Dan moet je keuzes maken. Kijk, op visieniveau vinden we elkaar wel. Maar op de punten waar keuzes gemaakt moeten worden en in de uitvoering kan het lastig zijn. De uitvoering is nog niet integraal genoeg. Er zijn verschillende sectorale programma’s, trajecten en budgetten en ook qua wet- en regelgeving is er nog wel het één en ander te doen.”
Maatschappelijk effect
Joost van Faassen: “Qua aanvullende schuurpunten denk ik aan: in welke rol zit je aan tafel, kijk je naar de korte of de lange termijn, de rol van de verdichting van de regio en het landschap, aanvullende financieringsopties. En last but not least het maatschappelijk effect. We beogen ‘gezond stedelijk leven’ maar wat zijn de effecten op de bewoners, werkers en passanten in en van stad en regio? Deze effecten moet je kunnen benoemen.” Martien Plaatsman: “De regio Utrecht is van groot belang voor de nationale bereikbaarheid. Als de gevraagde woningen op de verkeerde plekken worden gebouwd, kan dat wel eens erg nadelig uitvallen voor de bereikbaarheid. In de gebiedsdialoog kwam naar voren dat er in Utrecht een aantal erg geschikte verstedelijkingslocaties zijn in het bestaande bebouwde gebied aan de oostzijde van de stad, met kansen voor een goede aansluiting op het mobiliteitssysteem en op nabijgelegen waardevolle landschappelijke gebieden. Dat vraagt echter wel om de krachten te bundelen en niet te gemakkelijk uit te wijken naar andere locaties.”
Waar biedt de NOVI meerwaarde?
Joost van Faassen: “Het is prettig dat de NOVI wenkt naar overmorgen. Het werd ook wel weer tijd voor een nationale visie op de toekomst van de fysieke leefomgeving. De NOVI legt vraagstukken bloot waar we een antwoord op moeten geven, die we moeten vormgeven. Aan woningbouw zitten onherroepelijk ook energie, natuur, klimaat, ruimte, en dergelijke vast, zoals Erik al aangaf bij het voorbeeld in Utrecht. De NOVI kan helpen cachet te geven. De samenhang tussen de opgaven te blijven zien, gezamenlijk te kijken ook en de rol van de overheid onder de loep te nemen. Want de ene keer zal de rol van de overheid bijvoorbeeld die van beïnvloeder zijn en een andere keer die van financierder. De overheid blijft steeds aanwezig, ook lokaal. De netwerken moeten veerkrachtig zijn. De samenwerking tussen Rijk, provincie en gemeente is goed. Maar Utrecht heeft als lid van de G4 ook een andere rol, meer internationaal en ook in contact met de rest van het land. Ook dat facet moeten we in samenhang zien en goed in de NOVI krijgen.”
Integrale visie en aanpak
Erik van Hoogstraten: “Waar de NOVI aan bijdraagt is dat je niet meer redeneert vanuit een programma of traject, maar echt het gebied centraal stelt. En dat je dus juist die programma’s en trajecten inzet voor het gebied. Dat zou de houding moeten zijn van Rijk en regio: hoe kan alles wat we doen ten goede komen aan het gebied. Kortom, niet alleen de visie moet integraal zijn, maar ook de aanpak door gemeente, provincie en de departementen. En dat met oog voor gebiedsgericht maatwerk en passend in de tijd.” Martien Plaatsman: “Voor de NOVI biedt deze gebiedsdialoog ook weer een meerwaarde. Utrecht laat heel duidelijk het belang zien van de relatie tussen stad en het omringende landschap, en de bereikbaarheid in relatie met de vraag naar wonen en werken. De opbrengsten van de gebiedsdialogen worden gebruikt om de NOVI te verbeteren. Ze leveren ook input aan het team dat met de Omgevingsagenda’s aan de slag gaat. En het brengt potentiële Perspectiefgebieden in beeld.”
Wat willen jullie meegeven voor de NOVI?
Joost van Faassen: “De NOVI moet geen papieren tijger worden. Verder geef je met de NOVI een visie voor heel Nederland. Sommige gebieden zijn specifieker dan andere, dus de spanning zit er denk ik in dat het niet een te algemeen verhaal wordt.” “En”, zegt Erik van Hoogstraten, “Niet alleen een integrale nationale visie maar ook echt een integrale en gezamenlijke aanpak.”
Erik van Hoogstraten is senior beleidsmedewerker bij het team Strategische Ruimtelijke Ontwikkeling van de Provincie Utrecht. Joost van Faassen is strategisch adviseur Stedelijke Ontwikkeling bij de Gemeente Utrecht. Samen met Martien Plaatsman van het NOVI-team, organiseerden zij de tweede gebiedsdialoog in Utrecht. Deze tweede editie was een verdieping ten opzichte van de eerste qua inhoud en een verbreding voor wat betreft het palet aan deelnemers. Naast medewerkers van overheden waren ook kennisinstellingen, maatschappelijke partijen en het bedrijfsleven ruimschoots vertegenwoordigd. De energie was zowel in de voorbereiding als tijdens de dialoog hoog. Bij de voorbereiding is een ontwerpende benadering gevolgd. De regio heeft in samenwerking met BVR Adviseurs Ruimtelijke Ontwikkeling een aantal mooie kaartbeelden opgesteld waarmee de regionale opgaven, kansen en gespreksonderwerpen in beeld zijn gebracht. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) begeleidt de gebiedsdialogen.